De posterieure inferieure cerebellaire ader (of PICA) is een ader die zorgt voor de bloedtoevoer naar het cerebellum, een deel van de hersenen achter de bovenkant van de hersenstam, dat helpt bij functies die verband houden met beweging en coördinatie. Van alle hersenslagaders wordt de posterieure inferieure cerebellaire ader als de meest variabele beschouwd. Het bestaat voornamelijk uit het supratonsillar-segment en delen van de medulla.
De posterieure inferieure cerebellaire ader levert in het algemeen bloed aan het inferieure (onderste) deel van het vermis (het middellijnsegment van het cerebellum), de onderste medulla en de posteroinferieure cerebellaire hemisferen.
Occlusie of blokkering van de achterste inferieure cerebellaire ader kan een infarct (verlies van bloedtoevoer) van de medulla oblongata veroorzaken, wat een belangrijke rol speelt bij de bloedsomloop en de ademhaling. Dit kan leiden tot lateraal medullair syndroom, ook wel Wallenberg-syndroom genoemd, wat dan kan resulteren in weefselnecrose (afsterven van cellen in het weefsel). Een belangrijk symptoom van dit syndroom is een verminderd gevoel van pijn en extreme temperatuur onder de kin en op delen van het gezicht. Andere symptomen zijn onder meer duizeligheid, hikken, misselijkheid, dysfagie en loop (loop) onbalans. Spraak- of sliktherapie wordt soms gebruikt om dit syndroom te behandelen. In ernstige gevallen heeft een persoon met het Wallenberg-syndroom mogelijk een voedingssonde nodig om het slikken te compenseren. Bloedverdunners, zoals warfarine of heparine, kunnen ook worden gebruikt.