Een methode voor celorganisatie zijn de kernen, een cluster van neuronen of zenuwcellen die dicht bij elkaar zijn geplaatst. Het lijkt grijze stof, vaak omgeven door witte stof. De dorsale kolomkernen bevinden zich in de hersenstam. Een van de primaire dorsale kolomkernen van de hersenstam vormt een structuur die bekend staat als de cuneate tuberkel.
Als algemene term in de anatomie verwijst tuberkel naar een kleine uitgroei of ronde knobbel in of op het lichaam of in een orgaan. Wanneer de hersenstam van onderaf wordt bekeken, lijkt het een reeks hobbels op het oppervlak te hebben. Deze hobbels (tuberkels) bevatten kernen. De cuneate tuberkel bevat de cuneate nucleus, die de vorm heeft van een wig.
De cuneate tuberkel en nucleus zijn componenten van het mediale-lemniscussysteem van de dorsale kolom. Dit systeem draagt sensorische informatie over trillingen, fijne aanraking en proprioceptieve informatie over van het bovenlichaam naar de hersenen. Proprioceptieve informatie beschrijft interne kennis van hoe het lichaam beweegt en waar de lichaamsdelen zich bevinden ten opzichte van de andere lichaamsdelen. De neuronen in de cuneate tuberkel geven dit soort sensorische informatie door vanuit gebieden boven de zesde thoracale wervels, met uitzondering van het gezicht en het oor.