De superieure schuin is een spoelvormige (spilvormige) spier die behoort tot de extraoculaire spiergroep. Het komt van dichtbij de neus. Samen met de andere extraoculaire spieren vervult het de rol van controle van oogbewegingen.
De primaire, secundaire en tertiaire acties zijn respectievelijk interne rotatie (naar de neus kijkend), depressie (naar beneden kijkend) en abductie (wegkijkend van de neus). De beweging van het oog van deze spier naar beneden is het meest effectief wanneer het oog wordt ontvoerd. Neerwaartse beweging van het oog wordt ook ondersteund door de laterale rectus, een andere extraoculaire spier.
Een andere belangrijke rol van de superieure schuine spier is het bieden van visuele stabiliteit. Het weerstaat de neiging van het oog om zichzelf onwillekeurig te draaien wanneer het naar beneden of naar boven kijkt. Het veroorzaakt ook inwaartse torsie, die de positie van het oog naar de middellijn van het gezicht behoudt.
De vierde hersenzenuw (trochleaire zenuw) levert alleen deze spier en ondersteunt het vermogen van het oog om naar beneden te drukken. Mensen met een verlamming van de vierde zenuw - die kan optreden vanaf de geboorte of als gevolg van een trauma - hebben de neerwaartse oogbeweging verzwakt, waardoor het lijkt alsof hun oog naar boven zweeft. Dit kan resulteren in wazig of dubbel zicht. Vierde zenuwverlamming kan worden behandeld met een bril, een operatie of kan na verloop van tijd vanzelf verdwijnen.