De enkelbotten omvatten de calcaneus, balk, uitwendig spijkerschrift, inwendig spijkerschrift, middelste spijkerschrift, naviculair en talus. De talus zit bovenaan, onder de kuitbeen en scheenbeen (de botten van het onderbeen). Ligamenten en pezen (soorten vezelig bindweefsel) verbinden de beenbotten met de enkelbotten en voorkomen zo slippen. Ze bieden ook stabiliteit tijdens beweging. Pezen beschermen de ligamenten. Wanneer een persoon staat, is het ligament slap. Het is de verantwoordelijkheid van het calcaneofibulaire ligament om de inversie te beheersen. Bij inversie draait u de voet op zijn kant, zodat de onderkant van de voet naar de andere voet wijst.
Het calcaneofibulaire ligament verbindt de talus- en hielbeen- (hiel) botten van de voet. Het ligament is twee centimeter lang, vijf millimeter breed en drie millimeter dik.
Schade aan dit ligament treedt op wanneer de voet te veel draait terwijl de tenen naar boven wijzen naar het scheenbeen. Artsen diagnosticeren schade met een talar-kanteltest. Tijdens een talar-kanteltest zit de patiënt op een bankje met de voet plat of licht gebogen. De dokter houdt het been boven de enkel en manipuleert de voet om inversie te creëren. Als er pijn is, weet de arts dat het ligament dat de talus verbindt en calcaneus de oorzaak is.