Als bloedvat voert de inferieure mesenteriale ader (IMV) bloed weg van de dalende dikke darm, het rectum en de sigmoïd, die allemaal delen van de dikke darm zijn.
De IMV vertakt zich van de poortader, die ook vertakt naar de superieure mesenteriale ader. Het IMV heeft ook eigen vestigingen. Deze omvatten de sigmoïde ader, die de sigmoïd afvoert, en de linker koliekader, die de dalende dikke darm afvoert.
Over het algemeen voert de inferieure mesenteriale ader gedeoxygeneerd bloed af uit de dikke darm, waar het uiteindelijk zal terugkeren naar de rechterventrikel en het atrium in het hart, evenals naar de longaderen in de longen.
De dalende dikke darm is essentieel tijdens de laatste fase van de spijsvertering. Hier worden de resterende stoffen afgebroken en wordt water verwijderd. De dikke darm verwerkt vervolgens de resterende afvalproducten tot uitwerpselen, die vervolgens door de sigmoïde en naar het rectum worden verplaatst. Voor dit proces is een continue bloedtoevoer nodig.
De IMV moet niet worden verward met de inferieure mesenteriale slagader, die zuurstofrijk bloed naar specifieke delen van de dikke darm levert.