De gracilis-spier is een van de spieren in de lies.
Het begint op het externe punt van de ischiopubische ramus (op het schaambeen) en strekt zich uit tot aan de bovenste mediale (middelste) schacht van het scheenbeen of het scheenbeen. De gracilis is verantwoordelijk voor heupadductie en ondersteunt knieflexie. Adductie betekent dat het lichaamsdeel van buiten naar het midden van het lichaam wordt verplaatst. In dit geval brengt het beide benen bij elkaar of over het lichaam. Deze spier helpt ook bij het stabiliseren en naar binnen draaien van de knie.
Er zijn vijf liesspieren die worden gebruikt bij het adducteren van de heup, waaronder de pectineus, adductor brevis, adductor longus, adductor magnus en de gracilis-spier. Het uitrekken van de lies helpt blessures aan de gracilis te voorkomen.
De obturatorzenuw stimuleert deze spier via de lumbale wervelkolomwervels. Letsel aan dit gebied kan tot meer dan simpele spierproblemen leiden; zenuwimpingement (druk op de zenuw) kan spiercontrole en sensorische input vanuit het liesgebied beperken. Inklemming van de obturatorzenuw leidt meestal tot uitstralende pijn die begint bij de heup en zich over het algemeen naar beneden uitstrekt tot aan de knie of daarbuiten.