De kleine teen is ook bekend als het vijfde cijfer van de voet. Het is de kleinste en zwakste van alle vijf cijfers. Toch helpt het, net als de andere tenen, de voet tijdens het lopen, joggen of staan.
In sommige gevallen worden mensen geboren met aangeboren misvormingen waarbij een cijfer in de voet ontbreekt of een zesde teen bestaat. In dergelijke zeldzame gevallen kan de aanduiding 'kleine teen' verschuiven.
De kleine teen bestaat uit de drie vingerkootjes. Deze omvatten een proximale, intermediaire en distale falanx. Het proximale bot is de verste achterkant van de drie en articuleert (vormt een gewricht) met het vijfde middenvoetsbeen van de voet. De tussenkoot articuleert met zijn distale en proximale tegenhangers, de vingerkootjes voor en achter.
Het vijfde cijfer ontvangt zuurstofrijk bloed van een tak van de plantaire boogslagader. Twee spieren dienen het cijfer, de flexor en abductor digiti minimi-spieren. De laterale plantaire zenuw en zijn oppervlakkige tak dienen deze teen.