Overzicht
Longkanker is de dodelijkste vorm - en de op één na meest voorkomende vorm - van kanker voor zowel mannen als vrouwen. Het treft meer vrouwen dan borstkanker, eierstokkanker en baarmoederkanker samen.
Mannen en vrouwen hebben dezelfde risicofactoren voor het oplopen van longkanker. Dit geldt met name voor chronische blootstelling aan tabaksrook, die verantwoordelijk is voor 85 tot 90 procent van de diagnoses van longkanker over de hele linie. De symptomen van longkanker bij vrouwen zijn ook vrijwel dezelfde als bij mannen.
Ondanks deze overeenkomsten zijn er echter enkele grote verschillen die de prognose en behandeling van deze dodelijke ziekte kunnen beïnvloeden.
Vrouwelijke versus mannelijke verschillen in type longkanker
Hoewel mannen en vrouwen even vatbaar zijn voor longkanker, zijn ze niet even vatbaar voor dezelfde typen.
Er zijn twee hoofdtypen longkanker:
- kleincellige longkanker
- niet-kleincellige longkanker
Kleincellige longkanker is over het algemeen het meest agressieve en snel voortschrijdende type.
Er zijn drie verschillende soorten niet-kleincellige longkanker:
- adenocarcinoom
- plaveiselcel-longkanker
- longkanker met grote cellen
Wanneer vrouwen longkanker krijgen, hebben ze meer kans op adenocarcinoom dan mannen. Aan de andere kant vertonen mannen vaker dan vrouwen plaveiselcel-longkanker, het meest voorkomende type bij rokers.
Een groot verschil tussen deze longkankers is dat plaveiselcellen meer symptomen veroorzaken en gemakkelijker te detecteren zijn, waardoor ze de grootste kans bieden op een vroege diagnose. Een vroege diagnose is een van de grootste voorspellers van overleving.
Effecten van roken voor vrouwen vs. mannen
Roken is de grootste risicofactor bij het ontwikkelen van longkanker. Deze risicofactor treft mannen en vrouwen anders. Er is geen medische consensus over waarom vrouwelijke rokers vaker dan mannelijke rokers:
- ontwikkelen kleincellige longkanker
- lijden DNA-schade
- minder capaciteit hebben om rookschade te herstellen
En er is geen medische consensus over waarom vrouwelijke niet-rokers vaker dan mannen:
- adenocarcinoom ontwikkelen
- op eerdere leeftijd een diagnose krijgen
- worden gediagnosticeerd met gelokaliseerde ziekte
Verschillen in overleving tussen vrouwen en mannen
Er is een geleidelijke stijging van de sterfte aan longkanker bij vrouwen, in tegenstelling tot een geleidelijke afvlakking bij mannen.
Afhankelijk van de specifieke kenmerken van de diagnose, is de behandeling van longkanker voor zowel vrouwen als mannen meestal een operatie, radiotherapie of chemotherapie. De overlevingskansen na behandeling zijn verschillend voor vrouwen en mannen met longkanker. Een studie toonde aan dat:
- De mediane overleving na 1 en 2 jaar was significant hoger bij vrouwen.
- Het risico op overlijden was 14 procent lager bij vrouwen.
- Vrouwen reageren beter op chemotherapie dan mannen.
Dit is positief nieuws voor vrouwen, maar vrouwen hebben ook last van problemen die mannen niet hebben, waaronder:
- een grotere kans op het ontwikkelen van kleincellige longkanker
- drie keer meer kans op een genetische mutatie die tumoren verergert
Wat verklaart deze verschillen?
In de medische gemeenschap bestaat geen overeenstemming over een directe verklaring voor deze verschillen tussen mannen en vrouwen. Mogelijke redenen zijn onder meer:
- hormonale factoren, zoals blootstelling aan oestrogeen
- leeftijd waarop roken begint, aangezien vrouwen later in hun leven roken
- vrouwen zoeken vaker een vroege behandeling
- genetische en leefstijlfactoren
Afhalen
Hoewel longkanker bij vrouwen minder voorkomt dan bij mannen, wordt die kloof kleiner. Vrouwen kunnen negatiever worden getroffen door de gevaren van roken. Ook kunnen bepaalde hormonale factoren de groei van kanker verergeren en stimuleren.
Hoewel de incidentie van longkanker in de loop van de tijd afneemt, neemt de incidentie van het adenocarcinoom-subtype toe. Met meer tijd, onderzoek en vooruitgang in de geneeskunde zou uiteindelijk een beter begrip van de genderkloof van longkanker moeten worden ontdekt.