Een lid van de infrahyoid-groep van spieren, de thyrohyoid-spier verhoogt de schildklier terwijl het tongbeen wordt ingedrukt. Deze acties spelen een rol bij slikken en spreken. De schildklier bevindt zich in het midden van de nek, net boven het sleutelbeen. Het tongbeen ligt in de nek, net onder het onderkaakbeen of onderkaak.
Een kleine spier, de thyrohyoid lijkt op een verticale extensie van de sternothyroideus-spier in de nek. Het vindt zijn oorsprong in het schildkraakbeen (de adamsappel) en wordt ingebracht in de grotere cornu van het tongbeen, het achterste gebied van het tongbeen.
De eerste cervicale zenuw voorziet de thyrohyoid van zenuwen. Het strekt zich uit van het atlasbot, de bovenste wervel van de wervelkolom. Voor een korte periode voegt de eerste cervicale zenuw zich ook bij de hypoglossale zenuw, die de beweging van de tong regelt.
De thyrohyoid-spier is niet de enige spier die aan het tongbeen is bevestigd. De middelste faryngeale constrictor, de digastricus, de omohyoid en andere spieren bevinden zich in de buurt. Het tongbeen zelf is een gebogen structuur in de keel die bestaat uit een centraal lichaam en gebieden waar spieren en ligamenten hechten, de grotere en kleinere cornu genoemd. Het tongbeen helpt de schildklier en andere anatomische componenten in de bovenste keel te beschermen.