Er zijn twee bloedvaten die van de abdominale aorta aflopen en naar de nieren gaan. De nierslagader is een van deze twee bloedvaten.
De nierslagader komt binnen via het hilum, dat zich bevindt waar de nier naar binnen buigt in een holle vorm. Onder normale omstandigheden, zodra de nierslagader door het hilum komt, splitst deze zich in twee hoofdtakken, die elk vervolgens opsplitsen in talloze kleinere slagaders, die bloed afgeven aan verschillende delen van de nieren, bekend als nefronen.
Zodra het bloed hier is verwerkt, wordt het via de nierader teruggestuurd naar de inferieure vena cava en naar de rechterkant van het hart.
De nieren van een normaal persoon ontvangen ongeveer een kwart van de bloedproductie van het hart, ofwel 1,2 liter bloed per minuut. Het lichaam heeft zelfregulerende mechanismen die de bloedstroom vergroten of verkleinen om zich aan te passen aan stress. Receptoren in de gladde spierwand van de nierslagader zorgen ervoor dat de slagaders kunnen uitzetten of samentrekken om te compenseren voor hoge of lage bloeddruk.
