De effecten van testosteron op het lichaam
Testosteron is een belangrijk mannelijk hormoon. Een man begint al zeven weken na de conceptie testosteron te produceren. Testosteronniveaus stijgen tijdens de puberteit, piek tijdens de late tienerjaren en dalen vervolgens af. Na een jaar of 30 is het normaal dat de testosteronspiegel van een man elk jaar iets daalt.
De meeste mannen hebben meer dan voldoende testosteron. Maar het is mogelijk dat het lichaam te weinig testosteron aanmaakt. Dit leidt tot een aandoening die hypogonadisme wordt genoemd. Dit kan worden behandeld met hormonale therapie, waarvoor een doktersrecept en zorgvuldige monitoring vereist zijn. Mannen met normale testosteronniveaus mogen geen testosterontherapie overwegen.
Testosteronniveaus beïnvloeden alles bij mannen, van het voortplantingssysteem en seksualiteit tot spiermassa en botdichtheid. Het speelt ook een rol bij bepaald gedrag.
Endocrien systeem
Het endocriene systeem van het lichaam bestaat uit klieren die hormonen produceren. De hypothalamus in de hersenen vertelt de hypofyse hoeveel testosteron het lichaam nodig heeft. De hypofyse stuurt vervolgens de boodschap naar de testikels. Het meeste testosteron wordt geproduceerd in de testikels, maar kleine hoeveelheden komen uit de bijnieren, die zich net boven de nieren bevinden. Bij vrouwen produceren de bijnieren en eierstokken kleine hoeveelheden testosteron.
Voordat een jongen zelfs maar wordt geboren, werkt testosteron om mannelijke geslachtsdelen te vormen. Tijdens de puberteit is testosteron verantwoordelijk voor de ontwikkeling van mannelijke eigenschappen zoals een diepere stem, baard en lichaamshaar. Het bevordert ook spiermassa en geslachtsdrift. De productie van testosteron stijgt tijdens de adolescentie en piekt in de late tienerjaren of vroege jaren twintig. Na de leeftijd van 30 jaar is het normaal dat de testosteronniveaus elk jaar met ongeveer één procent dalen.
Voortplantingssysteem
Ongeveer zeven weken na de conceptie begint testosteron mannelijke geslachtsdelen te helpen vormen. In de puberteit, als de testosteronproductie stijgt, groeien de testikels en de penis. De testikels produceren een gestage stroom testosteron en maken elke dag een nieuwe voorraad sperma aan.
Mannen met een laag testosterongehalte kunnen erectiestoornissen (ED) ervaren. Langdurige testosterontherapie kan een afname van de spermaproductie veroorzaken. Testosterontherapie kan ook een vergrote prostaat en kleinere, zachtere testikels veroorzaken. Mannen met prostaat- of borstkanker mogen geen testosteronvervangende therapie overwegen.
Seksualiteit
Tijdens de puberteit stimuleren stijgende testosteronniveaus de groei van de testikels, penis en schaamhaar. De stem begint te verdiepen en spieren en lichaamshaar groeien. Samen met deze veranderingen komt er een groeiend seksueel verlangen.
Er zit een kern van waarheid in de theorie 'gebruik het of verlies het'. Een man met een laag testosterongehalte kan zijn verlangen naar seks verliezen. Seksuele stimulatie en seksuele activiteit zorgen ervoor dat de testosteronspiegel stijgt. Testosteronniveaus kunnen tijdens een lange periode van seksuele inactiviteit dalen. Laag testosteron kan ook leiden tot erectiestoornissen (ED).
Centraal zenuwstelsel
Het lichaam heeft een systeem voor het regelen van testosteron, het verzenden van berichten via hormonen en chemicaliën die in de bloedbaan terechtkomen. In de hersenen vertelt de hypothalamus de hypofyse hoeveel testosteron er nodig is, en de hypofyse geeft die informatie door aan de testikels.
Testosteron speelt een rol bij bepaald gedrag, waaronder agressie en dominantie. Het helpt ook om het concurrentievermogen te stimuleren en het zelfrespect te vergroten. Net zoals seksuele activiteit de testosteronniveaus kan beïnvloeden, kan deelname aan competitieve activiteiten ertoe leiden dat de testosteronniveaus van een man stijgen of dalen. Laag testosteron kan leiden tot verlies van vertrouwen en motivatie. Het kan ook het concentratievermogen van een man verminderen of gevoelens van verdriet veroorzaken. Laag testosteron kan slaapstoornissen en gebrek aan energie veroorzaken.
Het is echter belangrijk op te merken dat testosteron slechts één factor is die persoonlijkheidskenmerken beïnvloedt. Andere biologische en omgevingsfactoren zijn ook betrokken.
Huid en haar
Terwijl een man overgaat van de kindertijd naar de volwassenheid, stimuleert testosteron de groei van haar op het gezicht, in de oksels en rond de geslachtsorganen. Haar kan ook groeien op de armen, benen en borst.
Een man met een afnemend testosterongehalte kan mogelijk wat lichaamshaar verliezen. Testosteronvervangende therapie heeft enkele mogelijke bijwerkingen, waaronder acne en borstvergroting. Testosteronpleisters kunnen lichte huidirritatie veroorzaken. Actuele gels zijn misschien gemakkelijker te gebruiken, maar er moet goed op worden gelet dat het testosteron niet via huid-op-huidcontact op iemand anders wordt overgedragen.
Spier, vet en bot
Testosteron is een van de vele factoren die betrokken zijn bij de ontwikkeling van spiermassa en spierkracht. Testosteron verhoogt de neurotransmitters, wat de weefselgroei stimuleert. Het interageert ook met nucleaire receptoren in DNA, wat eiwitsynthese veroorzaakt. Testosteron verhoogt de groeihormoonspiegels. Dat maakt sporten waarschijnlijker om spieren op te bouwen.
Testosteron verhoogt de botdichtheid en vertelt het beenmerg om rode bloedcellen aan te maken. Mannen met een zeer laag testosterongehalte hebben meer kans op botbreuken en breuken.
Testosteron speelt ook een rol bij het vetmetabolisme en helpt mannen om vet efficiënter te verbranden. Het verlagen van het testosterongehalte kan een toename van lichaamsvet veroorzaken.
Testosterontherapie kan door een arts worden toegediend via intramusculaire injecties.
Bloedsomloop
Testosteron reist door het lichaam in de bloedbaan. De enige manier om uw testosteronniveau zeker te weten, is door het te laten meten. Dit vereist meestal een bloedtest.
Testosteron stimuleert het beenmerg om rode bloedcellen te produceren. En studies suggereren dat testosteron een positief effect kan hebben op het hart. Maar sommige onderzoeken naar het effect van testosteron op cholesterol, bloeddruk en bloedstollingsvermogen hebben gemengde resultaten opgeleverd.
Als het gaat om testosterontherapie en het hart, hebben recente studies tegenstrijdige resultaten en zijn ze aan de gang. Testosterontherapie door intramusculaire injectie kan het aantal bloedcellen doen stijgen. Andere bijwerkingen van testosteronvervangende therapie zijn vochtretentie, verhoogd aantal rode bloedcellen en cholesterolveranderingen.
