Overzicht
Bloedstolsels en blauwe plekken hebben beide betrekking op bloedproblemen die leiden tot een merkbaar verkleurde huid. Er bestaan echter belangrijke verschillen tussen de twee. Blijf lezen om meer te weten te komen over het verschil tussen blauwe plekken en stolsels.
Wat zijn kneuzingen?
Kneuzingen of kneuzingen zijn verkleuringen van de huid. Ze komen voor wanneer kleine bloedvaten genaamd "haarvaten" barsten. Dit houdt bloed vast onder het huidoppervlak. Blauwe plekken komen vaak voor als gevolg van trauma aan het gekneusde gebied door een snee, stompe kracht of botbreuken.
Blauwe plekken kunnen op veel delen van het lichaam voorkomen. Ze zijn meestal maar een beetje pijnlijk, maar soms kunnen ze pijnloos of extreem pijnlijk zijn.
Als u een blauwe plek heeft, krijgt de huid soms een zwartachtig, blauwachtig uiterlijk door een gebrek aan zuurstof in de buurt van een blauwe plek. Naarmate de blauwe plek geneest, verandert de kleur van de blauwe plek, wordt rood, groen of geel voordat deze verdwijnt.
Blauwe plekken net onder de huid worden 'onderhuids' genoemd. Ze kunnen ook voorkomen in spieren. Als ze op botten voorkomen, worden ze 'periostaal' genoemd. Meer blauwe plekken zijn meestal onderhuids.
Wat zijn bloedstolsels?
Bloedstolsels zijn halfvaste bloedmassa's. Net als blauwe plekken vormen ze zich wanneer een bloedvat wordt verwond door een trauma door stompe kracht, een snee of overtollige lipiden in het bloed. Wanneer u gewond bent, zullen celfragmenten, bloedplaatjes en eiwitten in bloedplasma genoemd, de verwonding door bloeding stoppen. Dit proces wordt coagulatie genoemd en het vormt stolsels. Stolsels lossen meestal van nature op. Soms lossen de stolsels echter niet van nature op. Dat kan op lange termijn problemen veroorzaken. Wanneer dit gebeurt, wordt dit 'hypercoagulatie' genoemd en moet u voor behandeling naar uw arts gaan.
Symptomen
Blauwe plekken kunnen op verschillende plaatsen in het hele lichaam voorkomen, maar de symptomen zijn meestal consistent, ongeacht waar de blauwe plek optreedt.
Veel blauwe plekken veranderen van kleur naarmate de tijd vordert. Aanvankelijk zijn ze roodachtig. Vervolgens worden ze na een paar uur vaak donkerpaars of blauw. Naarmate de blauwe plek geneest, wordt deze meestal groen, geel of limoen. Een blauwe plek is in het begin meestal pijnlijk en kan zacht aanvoelen. Naarmate de kleur vervaagt, verdwijnt de pijn meestal.
Ze kunnen verschillende symptomen veroorzaken, afhankelijk van waar ze zich bevinden. Bloedstolsels kunnen op verschillende plaatsen in het lichaam voorkomen:
- Een bloedstolsel in de longen of longembolie kan pijn op de borst, kortademigheid en soms een verhoogde ademhaling veroorzaken.
- Een bloedstolsel in de beenader of diepe veneuze trombose (DVT), leidt tot gevoeligheid, pijn, mogelijk roodheid en ontsteking van het been.
- Een bloedstolsel in de ader van het been kan ervoor zorgen dat het been koud aanvoelt en bleek lijkt.
- Een bloedstolsel in de ader van de hersenen of een beroerte kan verlies van gezichtsvermogen, spraakverlies en zwakte aan één kant van het lichaam veroorzaken.
- Een hartaanval, een bloedstolsel in de kransslagader, kan misselijkheid, ademhalingsmoeilijkheden, zweten en pijn op de borst veroorzaken.
- Mesenteriale ischemie, of een bloedstolsel in de ader naar de darm, leidt tot misselijkheid, bloed in de ontlasting en buikpijn.
Meer informatie: Hoe weet u of u een bloedstolsel heeft »
Risicofactoren
Risicofactoren voor kneuzingen
Het is onwaarschijnlijk dat je nooit een blauwe plek krijgt. Sommige mensen hebben echter meer kans op blauwe plekken. Risicofactoren voor blauwe plekken zijn onder meer:
- anticoagulantia gebruiken die het bloed verdunnen, zoals warfarine (Coumadin)
- medicijnen nemen zoals aspirine of ibuprofen (Advil, Motrin IB) die het bloed subtiel kunnen verdunnen
- een bloedingsstoornis hebben
- botsen tegen een hard oppervlak, dat u wel of niet herinnert
- een dunnere huid en meer kwetsbare bloedvaten als gevolg van oudere leeftijd
- een vitamine C-tekort of scheurbuik hebben
- fysiek misbruikt worden
Winkel voor aspirine.
Risicofactoren voor bloedstolsels
Veel verschillende factoren verhogen het risico op vorming van bloedstolsels.
Leefstijlfactoren
Leefstijlfactoren die het risico op stolling verhogen, zijn onder meer:
- overgewicht of obesitas zijn
- roken van tabak
- zwanger zijn
- langdurig zitten
- langdurig in bed liggen
- therapieën gebruiken die hormonen wijzigen, zoals anticonceptie en hormoonvervanging
- een recent trauma of een operatie hebben gehad
Genetische factoren
Genetische factoren dragen ook bij aan een hoge bloedstolling. U heeft meer kans op bloedstolsels als u:
- een geschiedenis van bloedstolsels vóór de leeftijd van 40 jaar
- familieleden met een voorgeschiedenis van schadelijke bloedstolsels
- een of meer miskramen
Bloedstolsels komen meestal voor omdat eiwitten en andere stoffen die bij de bloedstolling betrokken zijn, niet goed werken.
Ziekten die uw risico vergroten
Sommige ziekten kunnen ook het risico op stolling vergroten. Ze bevatten:
- hartfalen
- diabetes type 1 en type 2
- vasculitis
- atriale fibrillatie
- atherosclerose
- metaboolsyndroom
Diagnose
U moet uw arts raadplegen als u hevige pijn of onverklaarbare blauwe plekken heeft. Uw arts zal u vragen stellen om een grondige medische geschiedenis te verkrijgen en aanwijzingen te vinden waarom u symptomen heeft. Ze zullen ook een lichamelijk onderzoek uitvoeren en uw vitale functies controleren. Als blauwe plekken vaak voorkomen en zonder een onderliggende oorzaak, zal uw arts het bloed evalueren om naar een aandoening te zoeken. Als u ernstige zwelling of ontsteking heeft, kan uw arts een röntgenfoto gebruiken om te controleren op gebroken of gebroken botten. Patronen van blauwe plekken en blauwe plekken in verschillende stadia van genezing kunnen op fysiek misbruik duiden.
Artsen voeren meestal meer tests uit voor bloedstolling en zoeken naar trombi in slagaders en aders. Ze kunnen bestellen:
- echo's
- venografie
- röntgenstralen
- bloedtesten
Omdat bloedstolsels op een groot aantal verschillende plaatsen kunnen voorkomen, kan uw arts bepaalde tests kiezen, afhankelijk van waar hij vermoedt dat een stolsel zich bevindt.
Behandeling
Artsen hebben meestal geen speciale behandeling voor blauwe plekken. Ze zullen waarschijnlijk veelvoorkomende huismiddeltjes aanbevelen, zoals glazuur op het gekneusde gebied en er vervolgens warmte op toepassen. Pijnstillende medicijnen zoals aspirine kunnen ook helpen.
Als uw arts iets in uw geschiedenis hoort dat een reden voor uw blauwe plek kan zijn, zullen ze verdere tests uitvoeren om mogelijke oorzaken van de blauwe plek te identificeren of weg te nemen.
Als u een bloedstolsel heeft, kan uw arts medicijnen voorschrijven om het stolsel te behandelen. Ze zullen bloedverdunners gebruiken in een opeenvolgend behandelplan. De eerste week gebruiken ze heparine om het stolsel snel te behandelen. Mensen krijgen dit medicijn meestal als een injectie onder de huid. Vervolgens zullen ze een medicijn voorschrijven dat warfarine (Coumadin) wordt genoemd. U neemt dit medicijn meestal gedurende drie tot zes maanden via de mond.
Outlook
Zowel bloedstolsels als blauwe plekken kunnen variëren van licht tot ernstig en de effecten op het lichaam zijn verschillend. Meestal kunnen bloedstolsels leiden tot ernstigere gezondheidsproblemen. Zoek onmiddellijk medische hulp als u vermoedt dat u een bloedstolsel heeft.
Preventie
U kunt uw risico op bloedstolsels verminderen door het volgende te doen:
- Zorg voor een gezond lichaamsgewicht.
- Verminder of stop helemaal met roken.
- Oefen regelmatig.
- Vermijd langdurig zitten of liggen.
- Neem alle medicijnen zoals voorgeschreven door uw arts.
Evenzo kunt u maatregelen nemen om blauwe plekken te voorkomen. Ze omvatten het volgende:
- Verplaats meubels weg van deuropeningen en andere plaatsen waar u loopt.
- Zorg ervoor dat kamers en vloeren schoon zijn.
- Draag beschermende kleding wanneer u contactsporten speelt, zoals voetbal en rugby.
- Zorg voor voldoende vitamine C.
