Een te vroeg geboren baby kan in bijna elk deel van het lichaam infecties ontwikkelen; de meest voorkomende plaatsen zijn het bloed, de longen, de bekleding van de hersenen en het ruggenmerg, de huid, de nieren, de blaas en de darmen. Een baby kan een infectie in de baarmoeder oplopen (terwijl hij zich in de baarmoeder bevindt) wanneer bacteriën of virussen vanuit het bloed van de moeder via de placenta en de navelstreng worden overgedragen. Infectie kan ook tijdens de geboorte worden opgelopen door de natuurlijke bacteriën die in de geslachtsorganen leven, evenals door andere schadelijke bacteriën en virussen. Ten slotte ontwikkelen sommige baby's infecties na de geboorte, na dagen of weken op de NICU.
Ongeacht wanneer een infectie is opgelopen, zijn infecties bij premature zuigelingen om twee redenen moeilijker te behandelen:
- Een te vroeg geboren baby heeft een minder ontwikkeld immuunsysteem (en minder antistoffen van haar moeder) dan een voldragen baby. Het immuunsysteem en de antilichamen zijn de belangrijkste afweermiddelen van het lichaam tegen infectie.
- Een te vroeg geboren baby vereist vaak een aantal medische procedures, waaronder het inbrengen van intraveneuze (IV) lijnen, katheters en endotracheale buizen en mogelijk hulp van een beademingsapparaat. Elke keer dat een procedure wordt uitgevoerd, bestaat de kans dat bacteriën, virussen of schimmels in het babysysteem worden geïntroduceerd.
Als uw baby een infectie heeft, kunt u enkele of alle van de volgende symptomen opmerken:
- gebrek aan alertheid of activiteit;
- problemen met het tolereren van voedingen;
- slechte spierspanning (slap);
- onvermogen om de lichaamstemperatuur te handhaven;
- bleke of gevlekte huidskleur of een gelige tint op de huid (geelzucht);
- trage hartslag; of
- apneu (periodes waarin de baby stopt met ademen).
Deze symptomen kunnen mild of dramatisch zijn, afhankelijk van de ernst van de infectie.
Zodra er een vermoeden bestaat dat uw baby een infectie heeft, krijgt de NICU-staf bloedmonsters en, vaak, urine en ruggenmergvloeistof om voor analyse naar het laboratorium te sturen. Het kan 24 tot 48 uur duren voordat laboratoriumonderzoeken enige tekenen van infectie aantonen. Als er tekenen van infectie zijn, wordt uw baby behandeld met antibiotica; IV-vloeistoffen, zuurstof of mechanische ventilatie (hulp van een ademhalingsmachine) kan ook nodig zijn.
Hoewel sommige infecties behoorlijk ernstig kunnen zijn, reageren de meeste goed op antibiotica. Hoe eerder uw baby wordt behandeld, hoe groter de kans dat u de infectie met succes bestrijdt.